Newsflash: wetsvoorstel opkoopbescherming en verlenging tijdelijke contracten in consultatie

Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 23 november jl. twee voorstellen in internetconsultatie gebracht. Het gaat om het wetsvoorstel om de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur te verruimen en om het invoeren van een opkoopbescherming.

Opkoopbescherming

De woningmarkt staat nog altijd behoorlijk onder druk en steeds meer woningen worden opgekocht door beleggers. Daardoor ontstaat steeds meer schaarste is aan goedkope en middeldure koopwoningen, voorts kan de leefbaarheid in dat geval onder druk komen te staan. De opkoopbescherming moet ervoor zorgen dat de positie van starters en van mensen met een middeninkomen verbetert. Het invoeren van een opkoopbescherming heeft grote impact op vastgoedbeleggers.

De overheid wil gemeenten met het wetsvoorstel (dat een wijziging van de Huisvestingswet inhoudt) de mogelijkheid geven om een opkoopbescherming in te voeren. In gebieden waar de opkoopbescherming wordt ingevoerd, kunnen verhuurders niet zomaar een woning opkopen en verhuren. Kort gezegd wordt in die gebieden dan een verbod op verhuur zonder vergunning opgelegd. De gemeente mag enkel van de bevoegdheid gebruik maken indien dat noodzakelijk en geschikt is voor het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan woonruimte of voor het behoud van de leefbaarheid van de woonomgeving. Verhuurders kunnen dan enkel nog verhuren in uitzonderingsgevallen, waarvoor zij een verhuurvergunning moeten aanvragen. Wanneer een verhuurder een gekochte woning middels een vergunning mag verhuren, moet hij zich bovendien houden aan de gestelde voorwaarden inzake goed verhuurderschap. De 3 uitzonderingsmogelijkheden waar het wetsvoorstel in voorziet, zijn (kort gezegd) verhuur aan familie, verhuur van woningen die onderdeel zijn van een winkel-, kantoor- of bedrijfspand en tijdelijke verhuur van de woning als de eigenaar de woning ten minste 1 jaar zelf heeft bewoond en kan aantonen dat de beoogde verhuur maximaal 12 maanden zal duren.

De opkoopbescherming geldt uitsluitend voor woningen die na invoering ervan in de betreffende buurt worden aangekocht en voor woningen die in verhuurde staat waren voor een periode van minder dan 6 maanden op de datum van inschrijving in de openbare registers van leveringsakte van de betreffende woonruimte aan de nieuwe eigenaar.

Mogelijkheden tijdelijke verhuur verruimd

Met het verruimen van de mogelijkheden tot tijdelijke verhuur beoogt de overheid de huurder en verhuurder meer mogelijkheden te geven om op een individuele situatie in te kunnen springen, zoals in het geval van arbeidsmigranten, bewoners van flexwoningen of mensen die moeten wachten op een (nieuwbouw)woning.

Op dit moment kan een tijdelijke huurovereenkomst enkel voor de duur van maximaal 2 jaar worden afgesloten, het wetsvoorstel (waarmee Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd) voorziet in een maximale duur van 3 jaar, waarbij een tijdelijke contract eenmalig verlengd kan worden. Verlenging is op dit moment niet mogelijk, bij een verlenging is op dit moment automatisch sprake van een reguliere huurovereenkomst die voor onbepaalde tijd is verlengd. Tot slot voorziet het wetsvoorstel in de mogelijkheid om een minimumduur af te spreken. binnen welke duur zowel huurder als verhuurder niet kunnen opzeggen. Ook dat is op dit moment niet mogelijk. De beoogde minimumduur wordt afhankelijk gesteld van de looptijd van het contract.

De bedoeling is dat de wet wordt ingevoerd voor een periode van 3 jaar, vanaf 1 april 2021. Na 3 jaar dient de Minister een verslag uit te brengen over de noodzaak en de relevantie in de economische situatie van dat moment in de praktijk. Het wetsvoorstel ligt van 23 november 2020 tot en met 22 december 2020 ter consultatie en vindt u hier.

Meer weten? Neem gerust contact op.